Wat gaat er veranderen?

In 2019 is er een Pensioenakkoord gesloten tussen het kabinet en de sociale partners (de vakbonden en de werkgeverorganisaties). Het Pensioenakkoord bevat afspraken over een aantal belangrijke veranderingen in het pensioenstelsel. Bijvoorbeeld de verhoging van de AOW-leeftijd en ook aanpassing van de pensioenregelingen. Maar ook over de manier waarop het pensioen in de toekomst gefinancierd zal gaan worden.

Het wetsvoorstel voor de aanpassing van de pensioenregelingen is op 30 maart 2022 naar de Tweede Kamer gestuurd. In het voorjaar heeft de Tweede Kamer ingestemd met de wetgeving. Op 30 mei 2023 deed de Eerste Kamer hetzelfde. De wet gaat in per 1 juli 2023.

Onder het Pensioenakkoord bouw je een eigen pensioenkapitaal op door de inleg van premie en het toegedeelde beleggingsresultaat. Daarmee koop je een pensioenuitkering aan als je met pensioen gaat. Zo wordt duidelijker wat je aan premie inlegt en wat je daarmee aan kapitaal opbouwt.

Ook gaan de pensioenuitkeringen meer meebewegen met de beleggingsresultaten en de rente. Pensioenen gaan eerder omhoog als het economisch beter gaat maar ook eerder omlaag als het economisch slechter gaat. Daarmee wil men pensioenen in Nederland meer toekomstbestendig maken.

Dit zijn de hoofdlijnen van de gemaakte afspraken:

Vanaf 2025 stijgt de AOW-leeftijd mee met de gemiddelde levensverwachting. Dat betekent dat de AOW-leeftijd minder snel zal stijgen. Benieuwd vanaf welk moment je AOW gaat ontvangen? Dat vind je op de website van de Sociale Verzekeringsbank: SVB.nl. Deze afspraak is al wel vastgelegd in wetgeving.

In plaats van de huidige middelloonregeling, waarbij de hoogte van de pensioenuitkering het uitgangspunt is, komen er 2 mogelijke nieuwe pensioenregelingen. In beide regelingen is niet de hoogte van de pensioenuitkering het uitgangspunt, maar de ingelegde premie.

Dit zijn de 2 regelingen:

1. De solidaire premieregeling
De deelnemer bouwt een persoonlijk pensioenkapitaal op met de voor hem betaalde premies en de beleggingsresultaten. De premie wordt namelijk samen met de pensioenpremie van de andere deelnemers belegd. Er is sprake van één beleggingsbeleid voor zowel actieve deelnemers als pensioengerechtigden.

Met de nieuwe pensioenregeling maakt ook de solidariteitsreserve zijn entree. Deze reserve is verplicht bij deze regeling en is een collectief spaarpotje voor slechtere tijden en dekt risico’s af. Bijvoorbeeld het spreiden van beleggingsrisico’s over de tijd en het langleven risico worden met elkaar gedeeld. De reserve kan een daling van het pensioenvermogen (gedeeltelijk) opvangen. Het pensioenfonds bepaalt vooraf de verdeelsleutels.

Op pensioendatum wordt er in deze regeling een variabele pensioenuitkering aangekocht bij dezelfde pensioenuitvoerder. Na pensioendatum krijgt de deelnemer een levenslange uitkering door periodiek een gedeelte uit het voor hem gereserveerde vermogen te onttrekken. Hierdoor wordt het eigen pensioenvermogen bij iedere onttrekking iets lager. Ook na pensioneren beweegt de pensioenuitkering mee met de beleggingsresultaten. De uitkering kan dan hoger of lager worden. Dit is afhankelijk van de beleggingsresultaten en de rente.

2. De flexibele premieregeling
Ook in deze regeling bouwt de deelnemer met de premies een persoonlijk pensioenkapitaal op. Deze premie wordt samen met de premie van de andere deelnemers belegd. In deze regeling is er voor de actieve deelnemers een ander beleggingsbeleid dan voor pensioengerechtigden.

De deelnemer kan in deze regeling zelf bepalen welke risico’s hij of zij kan en wil lopen met de beleggingen. Dit kan bijvoorbeeld door het kiezen van een risicoprofiel. De deelnemer is niet verplicht een keuze te maken als hij dat niet wil.

Op pensioendatum heeft de deelnemer in deze regeling de keuze tussen een variabele of vaste uitkering. Kiest de deelnemer voor een variabele uitkering? Dan wordt dit aangekocht bij dezelfde pensioenuitvoerder. Kiest de deelnemer voor een vaste uitkering? Dan dient hij of zij dit in te kopen bij een andere pensioenuitvoerder. De deelnemer kan hiervoor een offerte aanvragen bij andere pensioenuitvoerders.

Deelnemers kunnen kiezen voor een éénmalige uitkering bij pensioneren Bij pensionering wordt het mogelijk om maximaal 10% van jouw eigen pensioenvermogen ineens op te nemen. Het opnemen van een bedrag ineens zorgt ervoor dat jouw inkomen eenmalig hoger is maar daarna structureel lager. Je hebt dan immers al een bedrag uit je pensioenvermogen gehaald. Dit eenmalige bedrag heeft ook gevolgen voor je belastingaangifte en eventuele toeslagen die je ontvangt. Naar verwachting zal deze mogelijkheid in 2024 in gaan. Wij informeren je hierover zodra er meer bekend is.

Deelnemers kunnen kiezen voor een éénmalige uitkering bij pensioneren
Bij pensionering wordt het mogelijk om maximaal 10% van jouw eigen pensioenvermogen ineens op te nemen. Het opnemen van een bedrag ineens zorgt ervoor dat jouw inkomen eenmalig hoger is maar daarna structureel lager. Je hebt dan immers al een bedrag uit je pensioenvermogen gehaald. Dit eenmalige bedrag heeft ook gevolgen voor je belastingaangifte en eventuele toeslagen die je ontvangt. Naar verwachting zal deze mogelijkheid in 2024 in gaan. Wij informeren je hierover zodra er meer bekend is.